Bladziekten
Suikerbietbladziekten in detail: Van echte meeldauw tot cercospora tot ramularia.
Er zijn specifieke eisen noodzakelijk voor de bewaring van suikerbietzaden. De zaden zijn geactiveerd en moeten in principe worden gezaaid in het jaar van aankoop en levering. Alleen dan is er een garantie op een snelle en homogene opkomst. Soms is er toch na de zaai een resterende hoeveelheid zaaizaad.
1. Verpak de reeds open zaaddozen vochtdicht in een plastiekzak en doe dit zo snel mogelijk na het zaaien
2. Bewaar de originele certificaten van de zaaddozen (met zaadlotnummers)
3. Bewaar op een droge en koele plaats met zo weinig mogelijk temperatuurschommelingen
droge plaats = zo weinig mogelijk omgevingsvocht en niet bij een vochtige bron (bv. wasplaats)
4. koele plaats = maximum 15°c. Niet bij de verwarmingsbron (bv. chauffageketel) en niet op de vensterbank.
5. Voer uw eigen kiemtest uit op het restzaad het daaropvolgende jaar (in februari) (zie hieronder)
6. Als alle testen goed zijn, vermeng deze restzaden goed met de nieuwe zaadeenheden (maximum 1 oude zaadeenheid met 3 nieuwe zaadeenheden)
Test de kiemkracht van uw zaden van vorig jaar
Tel een 100-tal zaden, zaai deze in een bak met aarde en bedek met 2 cm aarde en bevochtig de aarde. Licht is niet noodzakelijk. Temperatuur 10-12°C (bv. garage), max. 15°C. Indien na 15 dagen slechts 80% van de zaden zijn gekiemd = groot risico, zaden zijn niet kiemkrachtig genoeg om te zaaien.
Waar suikerbietzaad bewaren ?
Breng uw kapotte diepvries/frigo niet naar het containerpark. Bewaar hierin uw restzaden. Het is er droog en de temperatuur is er constant.
1. Welk verlies treedt er op bij langdurige bewaring ?
(Bron: KBIVB)
Verlies bij 300 graaddagen bewaring
= Verlies door natuurlijke ademhaling van de suikerbieten in de silohoop: ± 2 tot 3 % suikergewicht
= Verlies door schimmels (rotte worteldelen= tarra aan de receptie van de suikerfabriek): ± 2 % suikergewicht
graaddagen (Gd) = de som van de gemiddelde dag- en nachttemperatuur. Bv.: 300 Gd = 60 dagen van 5 °C of 30 dagen van 10 °C
Bij 300 graaddagen: totaal verlies draait rond 5 % suikergewicht/Ha
Opgelet: in geval van langere bewaring of onder minder goede omstandigheden (bv. vorst en nadien dooi), kunnen de suikerverliezen aanzienlijk oplopen !
2. Aanbevelingen voor de oogst
Oogstdatum | Bewaardatum tot aan 300 Gd (volgens gemiddelde t° in België) |
31 oktober | 12 december |
10 november | 2 januari |
20 november | 17 januari |
Het is beter een week te vroeg oogsten in correcte rooiomstandigheden dan een week later in slechte omstandigheden.
Concreet: na Allerheiligen het weerbericht gade slaan en oogsten vóór de volgende regenzone.
Goed om weten …
Kwetsuren bij suikerbieten = toegangspoort voor schimmels !
Te weinig ontkopte suikerbieten = verlies door hergroei
Te diep ontkopte bieten = verlies door rotting (schimmels)
3. Aanleg van de bietenhoop
4. Afdekken
Afmetingen van de hoop, hoeveelheid suikerbieten, afmetingen van de Toptex zeilen:
Aantal ton suikerbieten per lopende meter hoop | Breedte van de hoop | |||
7.5 m =bietenlader van 8 m | 9.5 m =bietenlader van 10 m | 12 m =klassiek laden | ||
Hoogte van de hoop | 2.5 m | 6 T | 9 T | 13 T |
3 m | 7 T | 10 T | 14 T | |
3.5 m | - | 11 T | 15 T | |
Breedte van het zeil | 9.8 m | 12 m | 14.5 m |
7. Wat is de invloed van de rassen op langdurige bewaring ?
Het bietenrooien heeft een veel grotere invloed op de kwaliteit van de suikerbieten na langdurig bewaren dan de rassenkeuze. Maar men stelt vast dat: